In een arbeidscontract leggen werknemer en werkgever de onderlinge verhoudingen en afspraken vast over de inhoud van het werk, (bedrijfs)voorschriften, vakantie, salariëring etc. Soms valt de werknemer onder een Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO), die dan kan doorwerken in de arbeidsverhouding. Vaak nemen werkgevers ook een non-concurrentie-, relatie- en geheimhoudingsbeding op in combinatie met een boetebeding. Dat is niet altijd geoorloofd.
Werknemers kunnen in dienst zijn op basis van een contract voor bepaalde tijd of een contract voor onbepaalde tijd. Heeft de werknemer een contract voor bepaalde tijd en duurt dat contract al twee jaar of heeft de werknemer een vierde contract aangeboden gekregen, dan is de werknemer automatisch in ‘vaste dienst’.
De werknemer met een contract voor onbepaalde tijd heeft een sterke positie. Ontslag is in beperkte omstandigheden, die zijn uitgewerkt in de wet, mogelijk. Te denken valt aan ontslag op staande voet, verschil van inzicht tussen werkgever en werknemer, disfunctioneren, verval van arbeidsplaatsen en werkweigering, maar bijvoorbeeld ook ontslag bij langdurige arbeidsongeschiktheid.