Schade in de toekomst
25 mei 2023Steeds meer ouders stellen de school aansprakelijk voor letsel of schade aan hun kinderen. De rechtspraak over dit vraagstuk is echter niet eenduidig. Op grond van de wet en jurisprudentie hebben scholen een zogenaamde bijzondere zorgplicht ten aanzien van de gezondheid en de veiligheid van de leerlingen. Het enkele feit dat zich op school een ongeval voordoet, betekent niet automatisch dat de school aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Het hangt helemaal af van de situatie. Als de kans op een ongeval op school zo groot is dat de school anders had moeten handelen dan zij gedaan heeft, dan is er sprake van onrechtmatig handelen van de school.
De Hoge Raad heeft zich op 19 januari 2007 uitgelaten over een geschil waarbij een brugklasleerling aarzelde bij het maken van een zweefkoprol. Hij durfde nauwelijks te springen en hij was als laatste van de klas over. De leraar moedigde hem aan met, in ieder geval, één colaatje wanneer hij toch een zweefkoprol zou maken. Als dertienjarige puber tussen zijn klasgenoten durfde hij niet meer te volstaan met een gewone koprol, maar dwong zichzelf een zweefkoprol te maken. Daarbij is hij verkeerd terecht gekomen met letsel tot gevolg. Opgemerkt moet worden dat de betreffende leerling een visuele handicap had, waardoor hij moeite heeft met het inschatten van afstanden. De leraar was daarmee ten tijde van het incident bekend.
Een deskundige heeft vervolgens geoordeeld dat het beloven van een colaatje een negatief effect heeft op het beoogde leerproces. Daardoor is de veiligheid van de aarzelende visueel beperkte leerling in deze oefensituatie onvoldoende gegarandeerd. De Hoge Raad vond dat naar aanleiding van het oordeel van de deskundige voldoende is vast komen te staan dat de gymnastiekleraar ten opzichte van de leerling niet de benodigde zorgvuldigheid in acht heeft genomen en aansprakelijk is voor het opgelopen letsel.
In tegenstelling tot voorgaande uitspraak heeft de Rechtbank Utrecht op 2 november 2011 geoordeeld dat een andere school niet onzorgvuldig heeft gehandeld. In deze casus waren er tijdens een gymles drie zwaaionderdelen aan de orde, de reuzenschommel, de trapezezwaai en de kelderzwaai. Bij twee van de drie onderdelen oefenden de leerlingen zelfstandig, hetgeen volgens de rechtbank gebruikelijk is. De kelderzwaai was een nieuw lesonderdeel.
Nadat de betreffende leerling de kelderzwaai met de docent had geoefend, is hij naar de opstelling van de trapezezwaai gelopen om daar de zogeheten ‘dodenval’ te doen waarbij hij op enig moment van de trapezestok is gegleden, gevallen en daarbij een hoge dwarslaesie heeft opgelopen.
Op het moment van de val stond de docent bij de opstelling van de kelderzwaai. Hoewel dit letsel tijdens de gymles is ontstaan, waarvoor de docent in zijn algemeenheid de verantwoordelijkheid draagt, is het letsel niet het gevolg van een val bij de uitvoering van door de docent uitgelegde en opgedragen oefeningen. De docent is daarnaast ook niet tekortgeschoten bij de inrichting en uitvoering van de les, daaronder begrepen het houden van voldoende toezicht en het geven van duidelijke instructies. De docent en daarmee de school valt geen verwijt aldus de rechtbank Utrecht.
Heeft je kind op school letsel opgelopen en vraag je je af of de school aansprakelijk is? Neem dan contact met ons kantoor op voor een vrijblijvend en kosteloos eerste advies gesprek.