Schade in de toekomst
25 mei 2023Het Hof in Den Bosch heeft onlangs moeten oordelen in het volgende geschil tussen twee ex-echtgenoten, die in gemeenschap van goederen waren gehuwd. De vrouw had in de periode vóór het indienen van het verzoek tot echtscheiding steeds geld overgemaakt van de gezamenlijke spaarrekening naar de en-/of rekening. Hiervan had de vrouw in één jaar tijd totaal ruim € 36.000,- in contanten opgenomen.
De man stelde dat de vrouw het geld opzettelijk had verborgen in de door haar in dezelfde periode gehuurde bankkluis. De vrouw verklaarde dat zij door het verdriet van de naderende echtscheiding geld was gaan uitgeven aan leuke dingen en reisjes en dat het geld op was. Bewijs van haar stellingen kon ze evenwel niet leveren.
In de wet is bepaald dat een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verbergt met het oogmerk de ander te benadelen, zijn/haar aandeel in die goederen geheel aan de andere deelgenoot moet betalen.
Dit is een zware sanctie en daarom worden er hoge eisen gesteld aan de bewijslast. De man diende te bewijzen dat het geld op de peildatum deel uitmaakte van de gemeenschap en dat de vrouw ook wist dat dit zo was.
De vrouw kon geen enkele verklaring geven voor de opname van ruim € 36.000,= in zo’n korte tijd en ze kon ook geen bewijs leveren van de uitgaven die zij naar haar zeggen hiervan had gedaan. Ook kon ze niet uitleggen waarom zij net in die tijd een kluis was gaan huren. Haar uitleg dat ze hierin haar persoonlijke sieraden wilde bewaren, werd niet geloofd.
Het gerechtshof kwam tot het oordeel dat de vrouw het geld heeft opgenomen en achtergehouden met de bedoeling om het buiten de verdeling te houden en zo de man te benadelen. De vrouw moest het totale bedrag van ruim € 36.000,= aan de man terugbetalen. De enige die ze dus had benadeeld was zichzelf.