Actuele
nieuwsberichten

info@putt.nl
Venray0478 - 55 66 77
Venlo077 - 206 50 10
Horst077 - 206 51 81

Recente berichten

Ga terug naar nieuws

Het gelijkheidsbeginsel in handhavingszaken

19 oktober 2018Door: Bram (B.P.M.) Dirkx

Het gelijkheidsbeginsel in handhavingszaken

Wordt er jegens een bedrijf handhavend opgetreden en bij een ander bedrijf niet, terwijl de situatie c.q. overtreding gelijksoortig is, kan het door handhaving getroffen bedrijf dan een beroep doen op het gelijkheidsbeginsel?

 

Beginselplicht tot handhaving

Voor de overheid heeft een beginselplicht tot handhaving te gelden. Op basis van deze beginselplicht moet het bevoegd gezag in beginsel dus handhaven indien er sprake is van een overtreding van een voorschrift, maar deze plicht is niet absoluut. Bijzondere omstandigheden kunnen aan handhaving in de weg staan en brengen dan een verkapte gedoogplicht voor het bestuursorgaan mee. Denk bijvoorbeeld aan een situatie die thans onrechtmatig is, doch binnen afzienbare tijd wordt gelegaliseerd. Een voorbeeld is overmacht. Ten slotte bestaat er voor de overheid ruimte voor prioriteringsbeleid.

 

Prioriteringsbeleid

De overheid kan bij het stellen van prioriteiten kijken naar de handhavingsdoelstellingen. Kleine overtredingen – denk bijvoorbeeld aan het illegaal bouwen van een bijgebouw dat formeel vergunningplichtig is – hebben wellicht vaak minder aandacht dan grote overtredingen. Een voorbeeld is een (ernstige) milieudelict. Echter, prioritering in het handhavend beleid mag niet inhouden dat er nimmer handhavend zal worden opgetreden tegen overtredingen met een lage prioriteit (ECLI:NL:RVS:2014:1982; ECLI:NL:RVS:2019:1425) of dat van handhaving wordt afgezien met louter de opmerking dat de handhavingskwestie een lage prioriteit heeft. Uitgangspunt zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat in handhaving wordt voorzien zodra een verzoek om handhaving is gedaan. Maar hoe ga je dan om met soortgelijke situaties zonder dat een verzoek om handhaving is gedaan?

 

Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State

Op een recreatiepark wordt handhavend opgetreden tegen illegale bouwwerken, maar niet ten aanzien van elke illegale vorm van bebouwing op het vakantiepark wordt opgetreden. Het bevoegd gezag treedt louter handhavend op tegen de illegale bebouwing van partij A, omdat er sprake is van bestemming ‘recreatie-2’. Bij ‘recreatie-2’ gaat het om recreatiegebouwen. Ten aanzien van illegale bebouwing door partij B binnen bestemming ‘recreatie-1’ wordt echter niet handhavend opgetreden, omdat het volgens het bevoegd gezag niet gaat om recreatieverblijven maar om algemene voorzieningen zoals een douchegebouw. Ten aanzien dat die categorie bestaat een laag prioriteringsbeleid.

 

Partij A stelt dat er wordt gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat bij partij B – waar ook sprake is van illegale bebouwing (op hetzelfde vakantiepark) –niet handhavend wordt opgetreden. Partij A voelde zich benadeeld. Volgens de Raad van State is een beroep op het gelijkheidsbeginsel niet mogelijk, omdat volgens de Afdeling  het onderscheid nu juist is dat ten aanzien van het ene geval wel om handhaving is verzocht en ten aanzien het andere geval niet (ECLI:NL:RVS:2020:1410).

 

Niet alle gevallen zijn derhalve als ‘gelijk’ aan te merken in juridische zin; al lijken ze dat wellicht wel. Vragen over handhaving? Wij helpen u graag verder! Neem contact op met mr. drs. Bram Dirkx via dirkx@putt.nl of 0478-556674.

Over Van der Putt Advocaten

De cliënt staat bij ons centraal. Zowel aan bedrijven, overheden, non-profit organisaties als aan particulieren verlenen wij gespecialiseerde juridische diensten op de gebieden civiel recht, aansprakelijkheidsrecht en letselschade.

Lees meer over onze missie / visie

Afspraak maken

Bij Van der Putt Advocaten staat klangerichtheid voorop. De afdelingen Ondernemingsrecht, Vastgoed & Overheid en Familierecht bieden een gratis gesprek op afspraak, waar u zich telefonisch of per e-mail voor kunt aanmelden.
Afspraak maken
Contact ons
info@putt.nl