Schade in de toekomst
25 mei 2023Op paaszondag reed meneer A in zijn Fiat 500 een bocht naar links in. Op datzelfde moment kwam mevrouw B op haar fiets vanuit de tegenovergestelde richting. B schrok van A, remde en draaide haar stuur naar rechts. Ze viel van haar fiets en kwam op het asfalt terecht. In het ziekenhuis bleek B haar pols en haar onderbeen op twee plaatsen gebroken te hebben. Door het letsel raakte B zelfs gedeeltelijk arbeidsongeschikt. De rechtbank moest oordelen of A aansprakelijk was voor de schade van B.
Fietsers en voetgangers worden in de Nederland als ‘zwakkere verkeersdeelnemers’ extra beschermd door artikel 185 Wegenverkeerswet. Als een fietser/voetganger betrokken raakt bij een verkeersongeval met een motorrijtuig, dan is de eigenaar van de auto in beginsel verplicht om de schade van de fietser/voetganger deels of geheel te vergoeden. Zelfs als de zwakkere verkeersdeelnemer het ongeluk zelf heeft veroorzaakt, door bijvoorbeeld geen voorrang te verlenen of door rood te fietsen. Alleen als de automobilist kan aantonen dat de fout van de zwakkere verkeersdeelnemer zo onwaarschijnlijk was dat hij daarmee in alle redelijkheid geen rekening kon houden (= overmacht), vervalt de schadevergoedingsverplichting.
Voor kinderen tot 14 jaar gaat de bescherming nóg verder. Meestal wordt de schade 100% vergoed, met als uitgangspunt dat jonge kinderen die deelnemen aan het verkeer, impulsief en onberekenbaar zijn.
A vond dat er sprake was van overmacht. De rechtbank gaf hem gelijk: A had de val van B niet kunnen voorkomen. B was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep. Het gerechtshof oordeelde in februari 2020 dat A toch bedacht had moeten zijn op onverwachte gedragingen van tegenliggers. A had daarom meer naar rechts moeten rijden en hij had eerder moeten stoppen voor B.
Volgens het gerechtshof had ook B anders moeten en kunnen handelen. B had haar snelheid en haar positie op de weg onvoldoende aangepast aan de situatie ter plaatse. A en zijn WAM-verzekeraar moeten daarom alsnog 50% van de schade van B vergoeden. In de praktijk zal de verzekeraar de schade namens A aan B betalen.